DOEL

Uitnodigen tot creatieve destructie door overtuigingen op de proef te stellen op een manier die nieuwe perspectieven en mogelijkheden opent.

1. Structurerende Uitnodiging

Wat is een overtuiging of aanname die jou gevormd heeft of die jou leidt, maar waar je vraagtekens bij begint te krijgen? Misschien een verkeerde aanname of beperkende overtuiging…

2. Inrichting van ruimte en benodigde materialen

Gebruik een lege ruimte (stoelen en tafels uit de weg)
Een wand met daarop de hulpvragen (zie verderop) of deze eventueel uitgeprint als spiekkaartjes

3. Hoe de participatie wordt verdeeld

Telkens 1 inbrenger van de overtuiging en 4-8 uitdagers.
Er is ongeveer 5 min per inbrenger nodig. Je kunt dus iedereen een overtuiging laten delen.

4. Hoe groepen worden geconfigureerd

Elke deelnemer bedenkt individueel een overtuiging.
Een voor een krijgt iedere deelnemer de kans om in kleinere groepen van 5-9 personen de overtuiging te delen. Binnen de kleinere groepen wisselt de rol van inbrenger

5. Volgorde van stappen en tijdsbesteding

• Als overtuigingen nog niet zo duidelijk zijn: identificeer dan eerst aannames/overtuigingen in kleine groepjes door middel van een voorbereidende Liberating Structure (bijvoorbeeld m.b.v. 1-2-4-All, Mad Tea of 10×10 Writing)
• Leg uit hoe de structure werkt & introduceer eventueel de lijst met hulpvragen om de mensen in de buitenste cirkel op gang te helpen
• Vorm groepen van 5-9 personen; elke groep identificeert iemand die wil beginnen (d.w.z. iemand die denkt dat ie een sterke overtuiging/veronderstelling heeft om te onderzoeken)
• Vorm een ​​cirkel. De persoon die in het midden wil beginnen; spreekt zijn/haar overtuiging/aanname uit
• De persoon in het midden sluit de ogen en de mensen in de buitencirkel beginnen rond de persoon in het midden te lopen. Als de persoon in het midden ‘STOP’ zegt, stopt de cirkel met draaien en worden de ogen geopend. De persoon in het midden deelt zijn/haar overtuiging nogmaals en de persoon tegenover hem/haar daagt deze overtuiging uit door een vraag te stellen (10 sec)
• De persoon in het midden antwoordt (20-45 sec). Daarna begint de volgende ronde
• Draai 5-6 keer per persoon (max 5 min)
  Verander van rol en plaats naar eigen inzicht iemand anders in het midden van de cirkel
• Werk verder met wat je ontdekt door een andere Liberating Structure te gebruiken, bijvoorbeeld What, So What, Now What (W3)

Voorbeelden / Variaties

Je kunt de groep zelf open vragen laten stellen aan de inbrenger, maar in de praktijk brengt dit vaak een hoop nieuwe uitdagingen met zich mee. Om krachtige, open vragen te stellen om de overtuiging van een persoon of een vertegenwoordiger van een groep die daartoe bereid is, uit te dagen kun je ook hulpvragen delen op een poster of iedere deelnemer een indexkaart met de hulpvragen geven. De volgende hulpvragen hebben we geleerd van Fisher Qua en Anja Ebers

Hulpvragen

• Wat zou er moeten gebeuren zodat je stopt te denken dat dit waar is?
• Waar zie jij de veronderstelling of overtuiging bevestigd?
• Wat is een teken dat anderen dit geloof in twijfel trekken?
• Wanneer ben je begonnen met het vormen van deze aanname/overtuiging?
• Wie gelooft hier nog meer in?
• Wie verleent deze overtuiging zijn gezag?
• Hoe dient deze overtuiging jou?
• Wat haal je uit deze overtuiging of veronderstelling?
• Wat als je ongelijk hebt en de overtuiging niet langer relevant is?
• Wat heb je gedaan om de overtuiging te versterken?
• Wat heb je gedaan om de overtuiging te ontkrachten?

Wanneer je de vragen op kaarten afdrukt, waarbij elke kaart een van de vragen bevat, ontstaan er als het ware ‘vragenstapels’. Je kunt dan de deelnemers vragen om willekeurig een aantal vragen te kiezen om zo de willekeur te maximaliseren.
Een andere vragenset die wij op posterformaat hebben gedrukt is:

Vragen die je kunt stellen:

• Waarom is deze overtuiging belangrijk voor jou? (waarom maakt het je uit?)
• Hoe zullen anderen ervan profiteren als je deze overtuiging behoudt?
• Welke acties onderneem je om deze overtuiging te versterken?en welke acties om de overtuiging te ondermijnen?
• Wat zal er gebeuren als je dit gedrag stopt?
  wat zullen mensen zeggen?
• Waar zie je deze overtuiging of veronderstelling?
• Wat is een teken dat anderen de overtuiging in twijfel trekken?
• Hoe dient of helpt deze overtuiging jou?

Een ‘gekke’ variatie die wij nog eens willen proberen is een mix van Myth Turning en Mad Tea. Hierbij werk je met een binnen- en een buitencirkel en hebben alle mensen in de binnencirkel een overtuiging om te laten bevragen. Elke keer draaien levert een andere gesprekspartner op. We zouden deze variant Mad Myth Turning kunnen noemen.
Mocht je deze variant hebben geprobeerd, laat ons dan zeker weten wat je ervaringen waren.

Tips en valkuilen

Deze structure duwt mensen uit hun normale manier van denken en breekt de gebruikelijke filters af; ga daar bewust mee om.

De persoon in het midden moet geloven in de overtuiging/aanname die hij/zij met de groep onderzoekt, anders worden de gesprekken een geforceerd toneelstukje.

Myth Turning blijkt het krachtigst als er sprake is van volledige willekeur over wie de persoon in het midden een vraag kan stellen. Anders verandert het in een omgekeerde UX Fishbowl. De willekeur wordt bereikt door de persoon in het midden de ogen te laten sluiten en de mensen in de cirkel om de inbrenger heen te laten draaien; wanneer hij/zij ‘STOP’ zegt, stopt de cirkel met draaien